Blog als vervolg op ‘Waarom heb je het label autisme nodig?

In het blog ‘Waarom heb je het label Autisme nodig?’ deelde ik een gesprek dat ik jaren geleden had met een jonge vrouw. Zij vroeg zich af waarom ze eigenlijk een diagnose Autisme nodig had.

Waarom deel ik dit opnieuw?

Omdat deze vraag — en de oordelen die erbij horen — zó vaak terugkomen. Waarom moet iets een naam krijgen? Want ja, “iedereen heeft toch wel wat autistisch?” of “iedereen is toch wel eens druk?” en nog meer van dit soort (vaak goedbedoelde) opmerkingen.

Maar misschien is dát nu juist precies waarom goede diagnostiek zo belangrijk is.

Zonder officiële diagnostiek, en zonder dat gedrag in de juiste context wordt begrepen, plakken mensen namelijk met het grootste gemak hun eigen labels:
lui, raar, te druk, te stil, sociaal onhandig, hoogdravend, betweterig, een halve borderliner, niet goed gehecht, egoïstisch, fantastisch, te moeilijk of juist te uitbundig…

Wat is het effect van deze ‘labels’?

Ze laten diepe sporen achter.
Ze vreten aan het vertrouwen dat je oké bent zoals je bent.
Ze voeden twijfel, onzekerheid, angst.
Je voelt je niet gehoord, niet begrepen. Nergens welkom.

Wat is het effect van een goede diagnostiek?

Vaak ontstaat er juist erkenning. Opluchting.

Soms komt er eerst een grote schok ‘Heb ík een diagnose?!? – is er dan iets mis met mij?!?

Mits goed begeleid, is een juiste diagnose het begin van het terugvinden van een leven dat beter past bij wie je van nature bent.

Voor de omgeving werkt het net zo:
Ze begrijpen beter wat iets betekent (mits er oprechte interesse is in wat de diagnose voor die specifieke persoon inhoudt!)

We plakken allemaal weleens labels

Kijk maar eens eerlijk naar jezelf — ja, ook jij als coach, hulpverlener, leidinggevende, leerkracht of ouder.

Wanneer heb jíj weleens een label geplakt op iemand?
Wanneer had jij een oordeel over gedrag dat je opvallend vond?
En wat gebeurde er op dát moment in het contact?

Precies. Je verloor de verbinding.

We weten natuurlijk allemaal dat we niet “horen” te oordelen… en toch oordelen we óók over het feit dat we überhaupt oordelen 😉.
En toch doen we het. Omdat we mens zijn.

Een gedachte die mij hierin helpt: achter elk oordeel zit een behoefte.
Een oordeel zegt wat over jou.

Wat raakt jou op dat moment?

Wat heb jíj nodig?

Door dat te onderzoeken kan een scherp oordeel weer verzachten tot compassie — voor jezelf én voor de ander. En vanuit daar kan de verbinding zich herstellen.

Waarom is dit belangrijk als coach?

In de Autismecoachopleiding reiken we je natuurlijk allerlei superhandige tools aan.
Maar de belangrijkste tool… dat ben jij zelf!

Jij als mens, met je rugzak, ervaringen en eigen kwetsbaarheden.
In contact met je coachees kom je vanzelf momenten tegen die jou raken.
Dat is oké.

Wanneer je die momenten bewust onderzoekt, kun je ze gebruiken om jezelf verder te ontwikkelen. Om je eigen (onbewuste) labels los te laten en opnieuw te kiezen voor oprecht contact.

Mag je zulke momenten delen met je coachee?

Wat mij betreft: ja.

Als je het niet benoemt, voelt de ander het tóch. De ‘er-klopt-hier-iets-niet-radar’ werkt namelijk vaak meer dan uitstekend! En dan ontstaat er verwarring en wantrouwen.
Maar zodra je het wél benoemt, ontstaat er ruimte om samen te zoeken naar ‘hoe wel’. Verbinding vanuit gelijkwaardigheid.

Het is mij ook wel eens gebeurd dat ik geïrriteerd was over iemands ‘gedoe’– dit liet ik niet expliciet zien of horen,  maar reken maar dat dit voelbaar was!

Vanaf het moment dat ik het hardop zei (omdat ik het in mezelf merkte), kwam er weer ontspanning en herstelde het contact.

Mijn ervaring: fouten maken is weliswaar vervelend, maar geen ramp. Onechtheid en doen alsof er niets is, is daarentegen wel heel schadelijk!

Hoe kijk jij hiernaar?
En wat doe jij op de momenten dat er ineens een oordeel in je opplopt?

Wat betekent dit voor jou in je werk met mensen met een neuro divergent brein?