Organisaties krijgen steeds vaker te maken met diagnoses, in alle soorten en maten. Een van die diagnoses die steeds meer bekendheid krijgt is autisme.

Veel mensen denken dan aan mensen als Rainman en Forrest Gump. Niets is minder waar. De laatste tijd zijn er steeds meer hoger opgeleide mannen en vrouwen die zichzelf in autisme herkennen.

Je vindt ze overal: als directeur van een IT bedrijf, een wetenschapper aan een universiteit, een chirurg, consultant en docent. En lang niet altijd zie je het eraan af. Misschien hebt u zelf een familielid of bekende met deze diagnose.

Liefdadigheidsinstelling

Als leidinggevende of HR-adviseur kun je er behoorlijk mee in je maag zitten. Ziekteverzuim, gedwongen ontslag, re-integratie, wat moet je met iemand die een diagnose autisme heeft? Is er ontslagbescherming? Kun je iemand herplaatsen? Kun je een werkend plan opstellen voor terugkeer?

Wat maakt dat autisme dan uit! Moet je mensen een status aparte geven of juist niet? Moet ik dan psychiater worden om HR goed in te kunnen zetten? Krijg ik het bespreekbaar? Er moet productie gedraaid worden, resultaten, omzet, daarvoor heb je mensen in dienst. We zijn geen liefdadigheidsinstelling!

Zonder direct een liefdadigheidsinstelling te worden zijn er tal van mogelijkheden om die medewerker met autisme beter te laten functioneren.

Iedereen heeft weleens stress

Sommige mensen hebben in een bepaalde fase van hun leven veel stress. Opgroeiende kinderen, een drukke veeleisende baan, spanningen in de relatie, conflicten op het werk of in de familie. Dit soort (tijdelijke) omstandigheden en gebeurtenissen kunnen in zo’n periode heel wat kopzorgen geven.

Anderen ervaren vaker stress omdat ze depressief zijn, angstig, een laag zelfbeeld hebben of het hoort bij hun persoonlijkheid. Elke dag brengt dan wel zijn kleinere en grotere spannende dingen met zich mee. Een gesprek waar je tegenop ziet, een actiepunt dat je steeds verder vooruit schuift, boodschappen die je tegen heug en meug moet halen, omdat het moet. Die hopeloze stem die je steeds maar weer de put in praat: “Zie je wel, je kunt er niets van.” Of: “Het is toch teveel, doe maar niet.”

Stress bij autisme

Voor veel mensen houdt het daarmee op. Maar niet als je (kenmerken van) autisme hebt. Uit onderzoek (Autismecoach, 2012) blijkt dat de grootste problemen van mensen met autisme de problemen in de omgang met andere mensen zijn, snel overgeprikkeld raken, moeilijk kunnen plannen, een hoge werkdruk ervaren en eenzaamheid door onbegrip en veranderingen.

Al deze problemen leveren dagelijks een hoop stress op waardoor leven met autisme soms meer op overleven lijkt.

Een groot deel van deze problemen kun je herleiden naar de verklaringen vanuit het autisme. Autisme kent zijn oorsprong als informatieverwerkingsstoornis. Daaruit komt de moeite met overzicht en samenhang (Centrale Coherentie) voort, de moeite met plannen en organiseren (Executieve Functies), de moeite met het begrijpen van jezelf en anderen (Theory of mind) en de zintuiggevoeligheid.

Een aantal kenmerken van autisme

Praten over inhoud

Liever over het werk praten of over de hobby’s, dan tijdens de pauze gezelligheidspraatjes voeren.

Gevoelig voor kritiek

Kritiek en feedback zich erg aantrekken, gauw het gevoel niet goed genoeg te zijn.

Gevoelig voor signalen

Merken dat iemand ergens mee zit, maar niet snel weten hoe erop te kunnen reageren wat te zeggen. Het incongruente gedrag van mensen haarscherp aanvoelen, daar onrust door voelen maar niet weten om hen er gepast op aan te spreken.

Communiceren

Eén op één of schriftelijk zich prima kunnen uitdrukken, maar mondeling star en rigide overkomen. Worstelen met hoe dingen het best gezegd kunnen worden zonder bot over te komen. Of gewoon zeggen zoals het is met alle gevolgen van dien.

Eigen systemen

De spullen niet kunnen vinden, omdat anderen het niet op de juiste plek hebben teruggelegd nadat ze het geleend hebben. Een hele opgeruimde of juist chaotische werkplek waarin alles prima terug vindbaar is.

Positieve verandering verlopen soepel

Een reorganisatie met bijbehorende veranderingen in werkzaamheden, werkplek, collega’s, leidinggevende of de onzekerheid van een mogelijk ontslag leveren weerstand en stress op.

Goed werk leveren

Het perfectionisme niet kunnen stoppen voordat het is zoals het in gedachten hoort te zijn. Moeten stoppen met iets voordat het af is, is stressvol. Een groot verantwoordelijkheidsgevoel en dit moeilijk kunnen loslaten. Hierover gefrustreerd raken als anderen niet diezelfde normen hebben.

Afspraak = afspraak

Een goed feitelijk geheugen, precies weten wat iemand gezegd heeft en daaraan vasthouden of erop terug komen. Onduidelijke informatie leid tot onrust en kan veel vragen oproepen, maar het kan er ook voor zorgen dat ze niet tot de uitvoering over gaan omdat het niet klopt.

Andere stressfactoren bij autisme

Als iemand zich in de kenmerken van autisme herkent, zijn er meer factoren en omstandigheden waardoor hij of zij gestrest kan raken. Het lastige is dat iedereen met autisme anders is en je ze dus niet over één kam kunt scheren. Wat voor de een stressvol is daar heeft een ander weinig moeite mee.

Laten we eens een aantal voorbeelden langsgaan. Mocht u dan een medewerker uit uw organisatie in uw hoofd hebben, probeer voor uzelf dan te herleiden of het genoemde relevant is.

Maar het belangrijkste is: ga met hem of haar in gesprek hoe het voor die persoon zelf is. Ze weten vaak zelf beter dan wie dan ook onder welke omstandigheden ze het best functioneren.

Gesprekken voeren

Nummer 1 van de meest genoemde problemen is: problemen in de omgang met andere mensen, contact leggen en helder communiceren. En dan niet alleen op het werk, maar ook in de privésfeer.

Om gesprekken met anderen te kunnen voeren heb je veel vaardigheden nodig. Het grootste probleem wat zich hier afspeelt, is de gevoeligheid voor prikkels en de behoefte aan duidelijke en zinvolle informatie.

Wij – Nederlanders – hebben de neiging om nogal eens om de hete brei heen te draaien, soms al denkend te praten. Liefst doorspekt met gevoelens en emoties. We zeggen wat we niet willen, maar verzuimen helder weer te geven wat we wél willen. En doorpraten, vooral geen stiltes laten vallen.

Juist als je behoefte hebt aan duidelijkheid en voorspelbaarheid – en niet te vergeten congruent gedrag – zijn gesprekken met mensen die dit niet kunnen energievretend. Hoe vaak komt u uw afspraken na? Hoe vaak bent u voorspelbaar? Hoe vaak zegt u écht wat u concreet bedoelt? Laat u stiltes vallen zodat de informatie ook verwerkt kan worden? Geeft u iemand gelegenheid om over dingen na te denken of dwingt u gelijk een antwoord af? Kan iemand u echt vertrouwen?

TIP: Benoem in gesprekken zo kort en concreet mogelijk wie, wat, waar, wanneer en hoe – dan bent u duidelijk! Geef tijd om een antwoord te krijgen, desnoods een uur, een dag of een week. En kom gewoon afspraken na of geef aan wanneer het wel kan als blijkt dat u het toch niet redt.

Informatie-overload

We leven in een tijd waarin de informatie razendsnel gaat. Voordat je het weet, is informatie alweer achterhaald of ligt er weer een nieuwe berg te wachten. Niet voor niets zijn er zo veel organisaties die helpen bij productiviteit. Hier hebben heel veel mensen moeite mee. Het doet een groot beroep op je executieve functies. En dat is juist een van de gevolgen vanuit het autisme waar iemand zo’n moeite mee heeft.

Daar kun je twee type mensen in onderscheiden:

  1. De mensen die door de bomen het bos niet meer zien. Ze zijn constant aan het ‘puzzelen’ om alle informatie tot een logisch geheel proberen te vormen voordat ze aan de slag kunnen.
  2. De mensen die een deel van de informatie nemen en daar diep induiken en voorbijgaan aan andere – ook relevante – informatie. Het detaildenken of kokerdenken. Dit is een van de eigenschappen waar mensen met autisme vaak juist erg om worden gewaardeerd of op worden geselecteerd. Zij sporen fouten gemakkelijker op. Zien in een brei van informatie patronen die anderen niet waarnemen en komen hierdoor met verrassende inzichten en creatieve ideeën.

Deadlines zijn nodig om tot een resultaat te komen, maar laat die realistisch zijn. Werkdruk is nummer 4 in de meest ervaren problemen bij autisme. Veel hoger opgeleide mensen met autisme functioneren onder hun niveau, mede door de snelheid van werken. Ze kunnen het werk cognitief wel aan, maar het tempo ligt vaak lager of het kost hen veel meer energie dan iemand zonder autisme.

TIP: Geef de medewerker met autisme genoeg tijd, overschat ze hierin niet, maar onderschat hun vermogens ook niet. Stel heldere kaders zodat ze precies weten wat ze wanneer moeten doen met wie en zo nodig ook nog hoe. Help om prioriteiten aan te geven.

De kantoortuin

Erg praktisch en goed voor de samenwerking. Korte lijnen, snel schakelen en ook nog eens gezellig. Dat vinden voorstanders. Voor mensen die erg prikkelgevoelig zijn – en dat zijn de meeste mensen met autisme bovenmatig – een ware ramp. Gezoem van al die computers, gepraat dat nooit stopt, rinkelende telefoons, langslopende mensen, dingen die op je bureau worden neergelegd, mensen die allerlei emoties uitstralen waar je niet zo veel mee kunt maar wel waarneemt…

Stelt u zich voor, dat u zelf op alle zintuigen filters hebt (en die hebt u) en nu haalt u ze allemaal weg. Alle informatie komt nu ongefilterd binnen via oren, ogen, neus, huid, etc. Kunt u zich de stortvloed voorstellen? Was u zich ervan bewust hoeveel prikkels u wegfiltert? Die tl-balk blijkt te knipperen, die koelkast in de hoek blijkt een bromtoon te hebben, die ene collega een scherpe stem, de stoel doet pijn aan je handen.

Nu, dan begrijpt u waarschijnlijk wel waarom juist deze mensen het liefst in een achterafhoekje op een rustige gang of kleiner kantoor zitten en gehecht zijn aan bepaalde materialen.

TIP: Heb begrip voor de behoefte aan rust op de werkplek en faciliteer dat. Zo kan de medewerker met autisme beter presteren.

Een aantal oorzaken van stress heb ik hierboven besproken. Maar waaraan merkt u dat de stress oploopt? Want wat je eigenlijk wilt voorkomen, is dat het escaleert en iemand overspannen wordt of een burn-out krijgt.

De signalen van stress

Minder genuanceerd in gesprekken, de rem is eraf.

  • Gejaagd overkomen, niet meer de rust hebben voor een gesprek of geconcentreerd werk.
  • Blijven checken en rommelen, niet daadwerkelijk aan het werk gaan en tot resultaten komen.
  • Niet meer geïnteresseerd in de resultaten of kwaliteit van het werk.
  • Bepaalde bewegingen, bijvoorbeeld pulken, tikken, draaien.
  • Mopperig en geïrriteerd, of erg negatief.
  • Vermoeid, hangerig, frequent ziek zijn.
  • Sneller, harder en gejaagd praten of in zichzelf gekeerdheid.

Ga met deze persoon in gesprek en benoem het waarneembare gedrag. Geheid dat hij of zij opgelucht is en een opening heeft gekregen om aan te geven waar hij of zijn mee worstelt. En dan kunt u samen oplossingen verkennen. Durf uitzonderingen te maken, beweeg eerst een beetje mee voordat u een andere kant op koerst. Heb respect voor de eigenheid en vooral: duidelijk en rustig communiceren!